de grote kap is begonnen in de herfst van 2018
Ondanks alle proteten tegen de kap, heeft SBB onder de noemer ‘dunnen’ enorm veel bomen gekapt in het duingebied tussen de Zeeweg en Aagtdorp.
In de periode van de kerstvakantie wordt niet gekapt, maar is het duingebied toch nauwelijks toegankelijk. Bij de werkzaamheden zijn namelijk de wandelpaden gebruikt door het zware materieel. Veel paden zijn compleet verwoest en veranderd in blubber. Ontoegankelijk voor wandelaars, laat staan voor mensen met kinderwagens. En dat uitgerekend in de kerstvakantie, een tijd waarin mensen traditioneel graag in de natuur wandelen.
Als je toch een poging doet om over de wandelpaden te baggeren, dan krijg je een ontluisterend beeld te zien. Hele stukken zijn kaal gezaagd. Overal liggen de stammen van omgezaagde bomen over de grond verspreid. Er moet nog heel wat worden afgevoerd, dus er komt nog veel meer zwaar transport over de wandelpaden als ze de werkzaamheden in januari hervatten.
Als dit ‘dunnen’ is, wat moeten we ons dan voor dramatische toestanden voorstellen als SBB ooit het Van Steijnbos en het Leeuwenkuil bos gaat kappen?
De mooie Mariavlakte is van heideveld veranderd in een grasvlakte met bomkraters. Het mooie bos van de binnenduinen wordt nu veranderd in een gatenkaas. Straks ook nog twee hele bossen aan de zeezijde compleet kappen en afgraven? En daarna het Baaknolbos en het bos op de Frederiksblink? Houdt de vernieling van het natuurgebied dan nooit op?
Hopelijk wordt er geluisterd naar de boodschap van het klimaatakkoord, waarin wordt opgeroepen om de ontbossing te stoppen en om nieuwe bossen aan te leggen.
kappen of niet kappen?
In het natuurgebied De Schoorlse Duinen vind je de hoogste duinen van Nederland. Het gebied is 1875 hectare groot. De grond is er anders dan in andere duingebieden. Het zand is fijner van korrel en kalkarm, dus voedselarm. Daardoor groeien hier veel bijzondere planten die elders nauwelijks voorkomen. Net ten zuiden van Schoorl, ter hoogte van Bergen, ligt de kalkgrens.
kalkgrens
Ten zuiden van deze grens zijn de duinen kalkrijk. Dat komt door de Rijn die kalkrijk water heeft aangevoerd en door de afzetting van schelpen. Ten noorden van Bergen heeft het zand een Scandinavische herkomst. Het is kalkarm, zeer wit en verstuift gemakkelijk. Omdat de bodem hier voedselarm is zijn er van oudsher uitgestrekte heidevelden. In de vele zanderige plekken leven graafbijen en graafwespen en we vinden hier een grote populatie zandhagedissen.
geen aandacht voor milieudoelen
Bij de kwestie van de boskap in de Schoorlse Duinen wordt veel te weinig aandacht gegeven aan de milieudoelen (CO2-reductie) en de grote rol van bossen daarin. De universiteit van Wageningen heeft onlangs nog een alarmerend rapport gepubliceerd waarin alarm wordt geslagen over de grootschalige ontbossing in Nederland ten behoeve van ‘natuurontwikkeling’. Deze ontbossing noemen zij als een belangrijke veroorzaker van de verstoorde CO2-balans.
meer factoren
Maar er spelen meer factoren in de discussie over wel of niet kappen van de bossen.
We zullen hier de veelgehoorde argumenten één voor één noemen en van commentaar voorzien.
‘herstel’ voor meer dynamiek
Vaak wordt als eerste doel van de omvormingsplannen genoemd het vergroten van de dynamiek. Daarmee wordt dan bedoeld, dat het zand in de duinen meer moet gaan stuiven. Alsof stuivend zand op zichzelf een zinvol doel zou kunnen zijn. Er kan niet vaak genoeg benadrukt worden dat de stuivende duinen gedurende een periode van 900 jaar juist de oorzaak waren van de lage levensstandaard in de aanliggende dorpen. Dat er een voortdurende strijd woedde tussen mens en zand. Historische documenten die dat vermelden zijn er te over.
geboortebeperking?
Door SBB wordt spottend gesproken van een ‘eeuwenlange structurele geboortebeperking’. We laten de misselijk makende beeldspraak maar voor rekening van SBB. Wat ze bedoelen is dat zich geen nieuwe duinen konden ontwikkelen omdat het zand was vastgelegd. Misschien zit er voor sommige gebieden een kern van waarheid in deze boodschap, maar de redenering geldt zeker niet voor de Schoorlse Duinen. Daar stuift het zand nog steeds, al is dat gelukkig wat minder dan kort na de 2de wereldoorlog. Nog steeds zie je rondom de strandopgang bij Paal 29, dat zich op het strand nieuwe duintjes vormen. Een jaar later zijn die getooid met wat gras en komen er voor weer nieuwe duintjes.
schade door stuivend zand
Historische bronnen noemen al eeuwenlang de schade en de in zand verdwijnende boerderijen en landerijen.
De wind transporteerde tussen 1100 en 1650 in het Schoorlse duingebied zo’n 200 miljoen kuub zand landinwaarts. Al in 1440 kregen de bewoners van de dorpen langs de duinrand de plicht om helm aan te planten. Begin 1500 bleken in korte tijd maar liefst 70 huizen in Camp (nu Camperduin) en Schoorl verdwenen onder het zand. En daar bleef het niet bij. Dergelijke meldingen kom je jaar in, jaar uit tegen in de archieven. De duinen bij Schoorl werden eeuwenlang beschreven als ‘ellendige duinen’. Vanaf de 17e eeuw werden vele mislukte pogingen tot bosaanplant uitgevoerd.
Een proefschrift uit de jaren ’60 beschrijft gedetailleerd het gebruik van de duinen sedert 1400 (opgezocht in een groot aantal historische bronnen).
De grote zandverstuivingen in de Schoorlse Duinen tastten voortdurend de beplantingen langs de dorpen (binnenduinrand) aan. Het zand woei in de akkers en dat gaf vaak veel schade.
Franse tijd was slecht voor Schoorl
De invasie uit 1799 maakte het er niet beter op, omdat toen ook de beplanting in de binnenduinrand verdween, waardoor de verstuiving in de dorpen extreme vormen aannam, met alle ellende van dien.
het zandmonster
Dynamiek kan geen doel op zich zijn volgens professor Frank Berendse. Al helemaal niet in de Schoorlse Duinen, in een gebied waar de omwonenden eeuwen hebben gestreden tegen “het zandmonster”. Ongeveer 12 jaar geleden is een deel van het Baaknolbos gekapt en afgegraven. Toen is daar het zand vrijgemaakt. Dat is een berg zand geworden die zich met hoge snelheid (circa 15 meter per jaar) verplaatst richting Groet.
Professor Berendse zei twee opmerkelijke dingen toen hij met ons over deze kale zandberg liep:
– Het is zorgelijk dat hier nog steeds niets te vinden is van de beoogde levensvormen.
– Door de snelheid waarmee de berg zich verplaatst kan ik me voorstellen dat de omwonenden zich zorgen beginnen te maken.
herstel tegen verdroging.
We merken natuurlijk dat het klimaat verandert. Droge perioden worden langer, de neerslag komt in kortere periodes en in zwaardere buien. De Sahara trekt naar het noorden. We verwoestijnen. Kortom, afgezien van de extreem harde buien wordt het steeds maar droger in ons land. Alles wijst erop dat de mens de grote veroorzaker is, maar er kunnen ook andere factoren spelen, want ook zonder menselijk ingrijpen heeft de aarde grote klimaatveranderingen doorstaan. Vrijwel alle geleerden zijn het er over eens, dat het klimaat momenteel verandert door de verhoogde concentratie van CO2 en van de hoeveelheid stikstofverbindingen in de lucht (NOx en NH3).
Schoorlse Duinen altijd al droog geweest
In het eerder genoemde proefschrift stelt de auteur dat de duinen bij Schoorl altijd al droog zijn geweest. Tot die conclusie komt hij door een onderzoek naar het watergebruik door de eeuwen heen. Duinwater aan de oppervlakte of op geringe diepte was ruim beschikbaar in natte en vochtige valleien in de duinstrook van Egmond tot Katwijk. Door de beschikbaarheid van duinwater ontstond daar langs de binnenduinranden watergebonden bedrijvigheid. Met beweiding, papierindustrie en bierbrouwerijen. En met vlasteelt in de nabijheid van de duinen.
drinkwater winning
Sinds 1850 wordt er in de Nederlandse duingebieden drinkwater gewonnen uit de zoetwaterbel die drijft op het zoute water dat zich onder het duingebied bevindt. De waterstand in de duinen is daardoor omlaag gegaan. Steeds meer extra water wordt nu met lange pijpleidingen aangevoerd vanaf de rivieren of vanaf het IJsselmeer.
zoetwater te diep in Schoorl
Watergebonden bedrijvigheid is er bij Schoorl nooit geweest, omdat het zoete water hier te diep onder de grond zat en daardoor niet beschikbaar was. In de duinen van Schoorl is daarom nooit drinkwater gewonnen. In Schoorl kwam het grondwater pas aan de oppervlakte toen men plaatselijk begon aan grootschalige industriële zandafgravingen, zoals het Hargergat en de Hargerplas. De ontstane duinmeertjes en vochtige laagtes hebben in Schoorl dus geen natuurlijke oorsprong.
grote variatie in waterstanden
Ondanks de bekende geschiedenis, wordt nog steeds over dit duingebied gezegd dat het grondwater gedaald is. Dat zou kunnen kloppen, want water stroomt naar het laagste punt. Uit de Schoorlse Duinen zou het zoete water deels naar zee, deels naar de naastgelegen polder en deels naar het waterwingebied bij Bergen kunnen stromen. Uit onderzoek en metingen blijkt dit echter niet. De grondwaterstand in de Schoorlse Duinen is onder meer onderzocht door van Bell/Hullenaar (klik hier voor inzage in het rapport) en ook door Ten Haaf en Bakker (meer lezen? Klik dan hier voor het volledige rapport). Uit hun onderzoeken blijkt dat de hoogte van het duinwater in de Schoorlse Duinen sterk varieert. Vaak worden meters verschil in de grondwaterstand waargenomen tussen de verschillende meetpunten. En per meetpunt blijkt van dag tot dag ook grote variatie. Het is dus niet zo duidelijk dat er echt sprake van verdroging is.
De vermeende verdroging wordt door SBB echter vaak als een bedreiging voor de natuur genoemd en die bedreiging wordt dan in één adem geweten aan het naaldbos.
herstel voor gewenste terugkeer van planten en dieren
Als het gaat over het doel van de omvorming van het duingebied komt meestal als derde doelstelling vergroting van de biodiversiteit ter sprake. De gewenste terugkeer van bijzondere planten en dieren.
grotere biodiversiteit
Hoe groot is die nu dan eigenlijk? We bladeren daarvoor door het in 2008 door Staatsbosbeheer uitgegeven boekje “De Schoorlse Duinen”. Dat werd geschreven door Johan Bos (een eerdere druk verscheen in 1999). Het werd tot voor kort in de winkel van SBB in het Buitencentrum verkocht. Dit boekje beschrijft met trots de enorme variëteit aan landschapselementen, aan flora en aan fauna in de Schoorlse Duinen. Daaronder zijn heel veel vogelsoorten, zoals de kruisbek die de zaadkegels van dennen eet, de ransuil die in hogere bomen zit, de tapuit en de zeldzame nachtzwaluw. Ook bijzondere amfibieën zoals de rugstreeppad en de kleine watersalamander en reptielen als de zandhagedis worden in het boekje genoemd. Deze reptielen leven in de luwte en de schaduw van hei, bomen of struiken. De zandhagedis heeft luwe stukjes zand nodig om eieren te leggen. Tenslotte noemt het boekje de altijd groenblijvende kraaiheide, de zonnedauw, het Sint Janskruid, de wespenorchis, de dennenorchis en de harlekijnorchis, het duinviooltje, het klein tasjeskruid en talloze mossen en korstmossen.
vroeger juist weinig weinig soorten
Waarom wil Staatsbosbeheer het leefgebied van al die bijzondere soorten omvormen tot een levenloze zandvlakte?
Onze kalkarme duinen stonden onder biologen al in een grijs verleden (al ver voor 1900) bekend als droog, kaal, ruig en soortenarm. Volkomen logisch, want het zand was kalkarm en ijzerarm met een opvallende witte kleur. Door de snelle opwarming van dit witte kwartszand zijn er plaatselijk grote temperatuurverschillen. Voor flora en fauna zijn dat extreme milieuomstandigheden. Hier kunnen van nature alleen hele robuuste soorten overleven.
De biodiversiteit en de biomassa in de Schoorlse duinen was vroeger juist gering. Het is in dit opzicht erg vreemd dat SBB de lopende en geplande ingrijpende veranderingen aanprijst als het “herstel van het leefgebied voor de terugkeer van kenmerkende soorten planten en dieren”.
gebied van duinheide en struikheide
Vreemd, omdat de Schoorlse Duinen historisch gezien het leefgebied zijn van de duinheide. Die zeer kenmerkende oude begroeiing is op een aantal plaatsen juist afgegraven tot op het kale zand. Niet geplagd als onderhoud, maar compleet afgegraven, inclusief de zaadbanken en de humus. Het is zeer vreemd dat bescherming van de duinheide in de plannen niet meer aandacht krijgt.
Ook struikheide kon zich ook onder de extreme omstandigheden op de noordhellingen van de duinen en in lage valleien handhaven en ontwikkelde zich tot grote pollen.
Lage vegetaties daarentegen raakten snel ondergestoven en konden nooit lang overleven.
onjuist gebruikte term
De term ‘herstel voor terugkeer van kenmerkende soorten’ wordt dus onjuist gebruikt. Het is gebaseerd op ‘wensdenken’, op het maken van een soort natuur die er niet is en niet was. Het is zeker niet gebaseerd op natuurhistorische bronnen.
grote fout met Mariavlakte
Het afgraven van de Mariavlakte (een groot heideveld) is bijvoorbeeld een grote fout geweest vanuit landschappelijk oogpunt, maar het is ook vanuit natuurhistorisch oogpunt onbegrijpelijk.
De door SBB gewenste leefgemeenschappen bestaan uit grijze duinen en vochtige duinvalleien. Daarvan ontbreekt in de Schoorlse Duinen de historische context. Die waren er niet en ze hebben ook geen kans van slagen in dit kalkarme gebied. Zeker met de huidige hoge stikstof depositie. In de Schoorlse Duinen waren de droge vegetatietypen overheersend. Grijs duin heeft van oudsher in Schoorl nooit een grote rol gespeeld, omdat duinheide hier altijd de kenmerkende soort was.
grijs duin kansloos door stikstof
De stikstofdepositie speelt een grote rol in de ontwikkelingskansen van een natuurgebied. Die depositie is veel hoger dan de kritische depositiewaarde (KDW) van grijs duin. Dit verzwijgt SBB. Soortenrijke vochtige duinvalleien hebben bij hoge stikstof depositie weinig tot geen kans van slagen en zullen snel vergrassen.
Schoorlse Duinen niet aangewezen voor grijs duin
In de rapporten over waardevolle natuurtypen die ten grondslag liggen aan de Natura 2000-aanwijzingen in Nederland worden de Schoorlse Duinen nadrukkelijk niet genoemd als gebied dat van grote betekenis is voor grijze duinen. In deze rapporten wordt heel specifiek genoemd welke gebieden in Nederland wel van bijzondere betekenis zijn voor de grijze duinen omdat er waardevolle soorten voor komen. Dat zijn zones langs de Nederlandse kust met kalkrijke duinen. Daar zou ‘herstel’ op zijn plaats kunnen zijn, omdat ze in kwaliteit sterk zijn achteruitgegaan o.a. omdat ze door luchtverontreiniging sterk zijn vergrast.
In bovengenoemde rapporten wordt voor de Schoorlse Duinen als kenmerk beschreven dat het kalkarme duinen zijn, met veel duinheide en veel waardevolle overgangen tussen heide, bos en open gedeelten.
vergrassing
Ga maar eens kijken naar de ontwikkelingen in de gebieden waar SBB al eerder begonnen is met ‘herstelwerkzaamheden’. Zeer zichtbaar zijn de vergrassing en het oprukken van soorten als Amerikaanse vogelkers en esdoorn. Die ontwikkeling is compleet anders dan de bedoeling van SBB was. Vaak noemt SBB de Kerf als hun succesnummer. Ze vergeten dan te vermelden wat ze eigenlijk beoogden bij het uitgraven van de Kerf en hoe compleet anders het in werkelijkheid is geworden. De gewenste dynamiek was daar al snel volledig verdwenen.
dennen horen hier niet, het zijn
bosakkers, aangeplant voor houtproductie
Dat is het vierde vaak door SBB gebruikte argument. Onjuist, want in de Schoorlse Duinen zijn de bossen niet aangelegd als ‘bosakkers’. Bewust steeds weer noemen van dit woord draagt bij aan negatieve beeldvorming over dennenbossen. Doet denken aan de discutabele minder-minder uitspraken die een bekend politicus ooit deed.
bosaanplant tegen stuifzand
De bossen bij Schoorl zijn nadrukkelijk aangeplant met het doel om het zand vast te leggen. En er ligt een duidelijke visie ten grondslag aan de afwisseling van bos, hei en open duin. Die bosvisie was jarenlang gericht op natuurlijk bosbeheer. Dat was succesvol, de naaldbossen met de vele overgangen naar heide werden in de jaren 90, bij de aanwijzing van de Schoorlse Duinen tot Staatsnatuurmonument, zelfs als zeer waardevol omschreven. Heel vreemd natuurlijk dat het bos ‘door veranderingen in visie’ in een paar jaar tijd van waardevol opeens ‘waardeloos’ zou zijn geworden.
dennen verdrogen niet meer dan andere bomen
fouten in onderzoek
Dennen worden in veel artikelen en beleidsstukken aangewezen als de veroorzakers van verdroging. Een onderzoek waar dan meestal naar wordt verwezen, is in Castricum uitgevoerd door PWN. Inmiddels is duidelijk geworden dat dit onderzoek methodologisch niet goed was opgezet. Later zijn er door de Provincie zelfs cijfers verwisseld in de rapportages over dit onderzoek. Toch wordt de onjuiste conclusie nog steeds aangehaald. Uit later (degelijk) onderzoek is naar voren gekomen dat dennen per jaar zeker niet meer water gebruiken dan ongeveer even grote loofbomen.
maar daarmee zijn we er nog niet.
Als het gaat om verdroging, moet je niet kijken naar het waterverbruik over een jaar. Verdroging ontstaat niet in een tijd dat het veel regent. Als je wilt onderzoeken welke bomen het meest zorgen voor verdroging, moet je kijken naar hun watergebruik in de droge perioden. Dennen blijken juist zuinig om te gaan met water.
dennen leven niet lang
Ook voegt SBB vaak een element toe aan de discussie met het standpunt dat de naaldbossen na zo’n 60 jaar vanzelf doodgaan en ‘een troosteloze boel zouden achterlaten’. Waarom praten ze niet over onderhoud, natuurlijke verjonging en verantwoord bosbeheer….?
dus: stoppen met kappen en afgraven.
Het is de vraag wat Staatsbosbeheer wil verbeteren aan de huidige soortenrijkdom door bomen te kappen, kraaiheide te chopperen en de humuslaag af te graven. Waar moeten de vogels naar toe als de dennenbomen zijn gekapt? Waar moeten de amfibieën en reptielen blijven als hun leefgebied is omgevormd tot een levenloze zandvlakte? Waarom krijgen de vele insectensoorten die in dennenbossen leven niet meer aandacht?
dennen nodig voor beschutten loofbomen
SBB wil de dennenbossen en de heidevelden omvormen tot twee natuurtypen die van nature niet of alleen zeer plaatselijk voorkwamen in de zones waar de werkzaamheden zijn gepland. Loofbossen vond je alleen in de beschutte binnenste duinenrij langs de dorpsranden, in het deel waar de bewoners verplicht waren aan te planten. Vochtige duinvalleien waren in de Schoorlse Duinen het resultaat van zandafgraving, dus van menselijk ingrijpen. Het gebied was van nature droog en ruig. Struikheide en kraaiheide behoorden tot de weinige begroeiing die stand kon houden.
dennen voor biodiversiteit
Om de omgeving bewoonbaar te houden, werd het stuivend zand vastgelegd door de aanplant van naaldbomen die als windblokker fungeerden. Pas toen die bomen flink waren gegroeid ontstond er een vochtig microklimaat en een humuslaagje en konden zich in de beschutting geleidelijk ook loofbomen ontwikkelen. Dankzij de aanplant werd de biodiversiteit groter.
onze bossen zijn hard nodig.
De bossen zijn mooi, ze bieden luwte in herfst en winter en ze bieden schaduw in de zomer. Dennenbossen ruiken heerlijk. De dennenappels zijn een bron van vermaak voor jong en oud.
De bossen in de Schoorlse duinen zijn beeldbepalend, met veel variatie.
oude bossen zijn zeldzaam
Oude bossen zijn in Nederland een zeldzaamheid aan het worden, want bossen krijgen hier nog maar weinig kans om ‘oud’ te worden. Juist in oude bossen vind je vleermuis, uil, havik en wespendief, kruisbek, diverse spechten, boompieper, nachtzwaluw, boommarter, zandhagedis, eekhoorntjes en dennenorchissen. Van dennenorchissen vind je in de Schoorlse Duinen zelfs één van de grootste populaties van Europa. Ook vind je er de zeer zeldzame geelroze vezeltruffel, ridderzwam en diverse andere bedreigde paddenstoelen en talloze bijzondere soorten mossen en varens.
Tenslotte heeft Nederland deze bossen hard nodig om de klimaatdoelstellingen te halen, want oude bomen nemen veel CO2 op en leggen dit voor lange tijd vast.