wetenswaardig

Wat vinden de bezoekers van de natuurgebieden in NH? Lees of download het rapport met deze link.

historie
Vanaf de middeleeuwen tot in de 19e eeuw leden de bewoners van de kust onder grote zandverstuivingen. De oorzaak van de verstuivingen was meestal menselijk ingrijpen: houtkap en daardoor ontbossing.
De zandverstuivingen veroorzaakten veel overlast, hele dorpen stoven onder. Herbebossing moest de problemen oplossen.  Er werden in de eerste helft van de 19de eeuw berken, eiken en grove dennen aangeplant. Midden 19de eeuw werd (door Staring) over gegaan op een mix van verschillende soorten zwarte dennen die samen goed bestand bleken tegen de zeewind.

3 redenen genoemd voor kappen van dennen
En nu willen ze juist die dennen gaan kappen. Daar worden verschillende redenen voor genoemd:
1. dennen horen hier niet thuis,
2. dennen zorgen voor verdroging,
3. onder dennen groeit niets.

die redenen kloppen niet
1. In Nederland stonden 13.000 jaar geleden al dennenbossen. U kunt er meer over lezen door hier te klikken.
2. Dat dennen voor meer verdroging zorgen dan andere bomen blijkt een fabeltje. Het werd wel eens gedacht, omdat de naalden van dennen het hele jaar door water verdampen terwijl loofbomen in de winter hun blad verliezen. Over een heel jaar gerekend, blijkt de verdamping van een den gelijk aan die van een ongeveer even grote loofboom. Uitgebreid onderzocht door PWN in Castricum.
3. Onder dennen groeit van alles. Varens, mossen, paddenstoelen en orchissen. Mooie dieren als zandhagedissen, nachtzwaluwen, kruisbekken. Veel soorten insecten. Kijk maar eens naar de prachtige mierenhopen in een dennenbos. In de beschutte open plekken in een dennenbos krijgen heel veel soorten flora en fauna een kans.

er speelt iets anders …
De genoemde drie zijn dus niet de echte redenen om dennen te kappen. Steeds als we het erover hebben, komt weer een ander argument boven tafel. Maar nooit het echte!

het gaat gewoon om geld, heel veel geld
Er is iets heel anders aan de hand, dan de verhalen over verdroging, over biodiversiteit, over dynamiek. Er blijken sterke financiële prikkels te zijn, die de kap stimuleren.

bijstoken als biomassa
Er is € 3,6 miljard aan subsidie beschikbaar voor het bijstoken van biomassa (houtsnippers) in kolencentrales. Natuurlijk is dat geld bedoeld voor het stoken van afvalhout, van tak- en tophout. Helaas, versnipperd ziet een boomstam er hetzelfde uit.

natuur aanpassen aan de PAS
In Nederland is de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) bedacht door het ministerie van Economische Zaken. Voor de Natura 2000 gebieden betekent de PAS dat de natuur moet worden aangepast: kappen en plaggen om de stikstof die in bomen en humus is vastgelegd uit het gebied weg te halen. Daardoor ontstaat ruimte voor nieuwe milieuvergunningen, zoals voor de bouw van megastallen. Het PWN wordt bijvoorbeeld met € 3,3 miljoen vanuit de PAS gefinancierd voor de kapwerkzaamheden en krijgt ook nog subsidie voor het leveren van de houtsnippers.

stikstof wordt alleen verplaatst
Door de kap neemt de stikstofhoeveelheid echter niet af, die wordt alleen verplaatst. Door de verbranding komt de stikstof (die langdurig was vastgelegd in de bomen) direct weer in de lucht. Tegelijk kan de Provincie meer vergunningen uitgeven voor bedrijven of veestallen die stikstof uitstoten. De luchtvervuiling met stikstofoxiden en ammoniak zal door de PAS dus juist toenemen.
Hier klopt iets niet: natuur wordt opgeofferd om meer vervuiling mogelijk te maken!
De verliezers zijn de bomen en natuurlijk de mensen die van het bos genieten.

moet van Europa
Vaak wordt genoemd dat kap van de dennen een Europese verplichting is. Dat is niet juist. Nederland heeft zelf aan Europa kunnen opgeven wat bij ons de waardevolle natuurgebieden zijn, wat daar aan verschillende leefgemeenschappen in voor komen en of die moeten worden beschermd. En Nederland heeft ook kunnen opgeven wat er mogelijk verbeterd of uitgebreid zou kunnen worden. Daar is flink misbruik van gemaakt door de plannen zo voor te stellen aan Europa, dat tegelijk de natuur PAS-klaar wordt gemaakt.

N2000
De Schoorlse Duinen en het Noord-Hollands Duinreservaat zijn Natura 2000 gebieden. Dat houdt onder meer in, dat de bestaande natuurwaarden in stand gehouden en beschermd moeten worden. Daarnaast geeft N2000 doelstellingen voor uitbreiding of voor kwalitatieve verbetering van sommige gedeelten in de duinen.
De twee gebieden verschillen behoorlijk van elkaar. Dat komt mede door het verschil in de bodem: de Schoorlse Duinen zijn kalkarm waardoor er andere planten groeien dan in de andere duingebieden. Het zand in Schoorl is bovendien glad en fijn, waardoor het veel gemakkelijker gaat stuiven.

Daarom zijn er verschillen tussen deze twee gebieden in de doelen van N2000. Zie de informatie hieronder, die is overgenomen van tabel 5.3.2. uit het Natura 2000 doelendocument – hoofddocument (2006).

weinig verandering nodig in Schoorl
In de Schoorlse Duinen blijkt weinig verandering nodig volgens het doelendocument, in het Noordhollands Duinreservaat een klein beetje meer. Om dat te laten zien, nemen we hieronder de complete gegevens over uit de samenvattende tabel in het document. Waar de Schoorlse Duinen worden genoemd hebben we voor de duidelijkheid de tekst blauw gemaakt en bij het Noord-Hollands Duinreservaat rood. Des te vreemder is het, dat er toch een plan is opgesteld voor grootschalig omgevormen in Schoorl.

kernopgaven Duinen: toedeling aan gebieden

Hoofdtype: Zeereep

Witte duinen en embryonale duinen
3. Duinen Vlieland, 4. Duinen Terschelling, 5. Duinen Ameland, 86. Schoorlse Duinen, 87. Noordhollands Duinreservaat, 88.
Kennemerland-Zuid, 97. Meijendel & Berkheide, 101. Duinen Goeree & Kwade Hoek, 123. Zwin & Kievittepolder

Hoofdtype: Droge binnenduinen (inclusief droge bossen)

Grijze duinen
2. Duinen en Lage Land Texel (A), 3. Duinen Vlieland, 4. Duinen Terschelling (A), 5. Duinen Ameland (A), 6. Duinen Schiermonnikoog (A), 84. Duinen Den Helder – Callantsoog (A), 85. Zwanenwater & Pettemerduinen (A), 87. Noordhollands
Duinreservaat (A), 88. Kennemerland-Zuid (A), 96. Coepelduynen, 97. Meijendel & Berkheide (A), 98. Westduinpark & Wapendal (A), 99. Solleveld (A), 100. Voornes Duinen (A), 116. Kop van Schouwen

Duinheiden
3. Duinen Vlieland, 4. Duinen Terschelling, 86. Schoorlse Duinen, 98. Westduinpark & Wapendal, 99. Solleveld

Droge duinbossen
86. Schoorlse Duinen, 87. Noordhollands Duinreservaat, 88. Kennemerland-Zuid, 97. Meijendel & Berkheide, 100. Voornes
Duinen, 117. Manteling van Walcheren

Hoofdtype: (secundaire) Duinvalleien en strandvlaktes (inclusief vochtige bossen)

Open vochtige duinvalleien (incl. vochtige duinbossen)
2. Duinen en Lage Land Texel (A, w), 3. Duinen Vlieland (w), 4. Duinen Terschelling (w), 5. Duinen Ameland (w), 6. Duinen Schiermonnikoog (w), 84. Duinen Den Helder – Callantsoog (w), 85. Zwanenwater & Pettemerduinen (w), 87. Noordhollands Duinreservaat (w), 88. Kennemerland-Zuid (w), 97. Meijendel & Berkheide (w), 100. Voornes Duinen (w), 101. Duinen Goeree & Kwade Hoek (w), 116. Kop van Schouwen (w), 117. Manteling van Walcheren (w)

Hoofdtype: Binnenduinrand (overgang naar polders, incl. vochtige bossen)

Graslanden
2. Duinen en Lage Land Texel (w), 6. Duinen Schiermonnikoog (A, w), 84. Duinen Den Helder – Callantsoog (w), 85. Zwanenwater & Pettemerduinen (w), 101. Duinen Goeree & Kwade Hoek (w), 116. Kop van Schouwen (w)

Duinbeken
86. Schoorlse Duinen (w)

Gradiënt binnenduinrand
2. Duinen en Lage Land Texel (w), 4. Duinen Terschelling (w), 5. Duinen Ameland (w), 6. Duinen Schiermonnikoog (A, w), 87.
Noordhollands Duinreservaat (w), 116. Kop van Schouwen (A, w)

Toelichting bij de letters tussen haakjes:
(w): wateropgave;
(A): sense of urgency beheeropgave;
(w A): sense of urgency opgave m.b.t. watercondities.

Reacties zijn gesloten.